Belgische Molendatabase | , Zaventem (2024)

We ontmoeten de Rattenmolen pas in de tweede helft van de 15de eeuw. Hij behoorde alsdan aan ridder Jan van der Meeren, die hem afstond aan Willem Fassenach, papiermulder, omtrent het jaar 1479. Deze kocht eveneens van Peeter van den Dike, geheten «In den Engel», een hofstad met woonhuis en kamme, alsook nog een andere hofstad met twee woon­huizen, naast zijn molen gelegen. Even te voren, op10 januari 1479, had hij zijn eigen huis, op de plaats te Zaventem, ver­kocht aan Jan van Wijnegem, geheten van Duyst, zoon van wijlen Jan. In 1480 bepandde Willem Fassenach een rente van 2 guldens op zijn molen, ten voordele van Hendrik Mom­maert, zoon van Simon Mommaert. Op 8 november 1496 ge­beurde eenzelfde verrichting ten bate van ridder Hendrik van der Meeren, die een rente van 8 zakken rogge bekwam.

Omtrent 1505 lietWillem Fassenach het zware molen­bedrijf over aan zijn zonen Jan en Joos, en behield enkel de tocht van zijn goederen. De nieuwe eigenaars stonden een nieuwe rente toe van 4 1/2 zakken rogge aan de gebroeders Godevaard en Pauwel de Pape, zonen van Frank de Pape. Op 3 maart 1507 en 6 september 1508 verkochten respectieve­lijk Jan en Joos Fassenach hun helft aan deze gebroeders de Pape. Buiten de 4 1/2 zakken rogge, die nu vervielen, was er nog een kommer van 3 denieren Leuvens, één van 8 zak­ken rogge, en nog een derde van 12 veertelen rogge ten be­hoeve van de H. Geest van Zaventem.

Godevaard de Pape was getrouwd met Kathelijne Stoeiers, waarvan hij acht kinderen had, te weten Joos, Paeschijne, Dorothea, Jan, Frans, Klara, Barbara en Gilijne. Deze laatste trouwde met Frans van de Velde, die mulder werd op Verkran­kenmolen te Kraainem. Paeschijne huwdemet Dierik de Cos­in, die volgens een tabel van de 17eeeuw, waarvan we echter de juistheid betwijfelen, de H. Geestmolen overnam. Joos bleef op de Rattenmolen, en Dorothea trouwde met de mulder Frans van Dieven.

Frans de Pape, zoon van Joos, verkooht op 1 april 1552 aan Frans van Dieven, echtgenoot van Margriet van den Dries­sche, en waarschijnlijk een familielid van bovengenoemde, een zevende deel van huis en hof naast de molen gelegen. Het­zelfde jaar verpandde deze Frans van Dieven, zoon van Goris, 5 karolusguldens ten voordeele van Peeter de Pape, zoon van Joos, op zijn molen «met den steynen huyse, metten vyvere ende bogaerde die peeter hem vercocht heeft».

Volgen nu de beroerde oorlogsjaren 1577-1609. De molens werden verwoest en afgebrand. Wanneer in 1607-1611 de registers van kerk en H. Geest in orde gebracht worden, vernemen we dat Merten Rijdams een rente gekweten had van 6 guldens 6 stuivers, ten bate van de H. Geest,die de vroegere eigenaar Frans van Divoet (sic) placht te betalen. ]aak Le Roy kocht op 27 januari 1607, benevens Ges­tels molen, ook de Rattenmolen. Verkopers waren de doch­ters van Merten Moons en Maria van Hamme, nl. Barbara Moons, echtgenoote van Adriaan Strijckwant, en Elizabcth Moons, echtgenote van Antoon Reusens uit de Kleinen Mo­len. Het verkochte goed bestond uit «een verlegen plaetsse daer eertyts eenen muelen pleech op te staen mette geruïneerde huysen daeraen zynde». Als kommer vermeldt men 40 pond paiements grondcijns, voor een waarde van 11 stuivers 8 mij­ten. In 1625 verkocht Le Roy de Rattenmolen aan de Ant­werpsen koopman Thomas.Galle, op een voortane rente van I00 guldens per jaar of 1600 guldens kapitaal. Thomas Galle begon met de poederfabricatie te Zaventem, daarin het voorbeeld volgend van zijn vader, Kristoffel Galle,die op 10 maart 162.van Le Roy een huis gekocht had in Steen­borgerweerd bij Antwerpen, «daer men hier te voerens poyer placht te maeckene».Op dit huis stond een rentevan300 guldens,maar de pand werd door de renteheffer te gering bevonden, waarschijnlijk wegens de talrijke gevaren aan het bedrijf verbonden. Tot meer zekerheid stelde Thomas in 1625 zijn molen te Zaventem te pande, «eenen vervallen water­meulen... welken meulen die vs. Thomas Galle op synen cost heeft doen opmaecken ende in huere gebruyct tot 15 Mey 1625».

De fabricatie van poeder in de Rattenmolen ontsnapte helemaal aan de aandacht van de geschiedschrijvers van Zaventem. Allen menen dat zulks enkel gebeurde in de H. Geestmolen toen deze later eigendom werd van de heer Gaspar de Burbure.

Op 22 april 1630 sloot Thomas Galle, commissaris ge­worden van de salpeteren en poeder, een akkoord met Frans van Zinnik, raad en controleur van de artillerie. Dit akkoord voorzag een maandelijkse levering van 10.000 pond aan de artillerie van het exercito, en daarenboven nog een jaarlijkse levering van 15.000 pond; dit alles voor de duur van zes jaren. Wekelijks moest er geleverd worden 500 pond te Brus­sel en te Doornik, 400 te Gent, Brugge, Kamerijk, Atrecht en Bergen; 400 aan de salpeterfabrieken van Henegouw; 200 te Antwerpen, Leuven, Valencijn, Avesnes en omstreken; 150 te Kortrijk, Mechelen en Rijsel. In het geheel 4.650 pond per week. Als waarborg voor een stipte uitvoering van het contract verpandde de eigenaar "eenen vervallen watermeulen ... daer nu eenen poeder ende smoutmoelen van nieuws opgemaeckt is».

Thomas Galle had als vennoten Willem Galle, zijn broe­r, en Gaspar Hannoset, zijn zwager. Bij zijn dood, omtrent 1642, werd na scheidsrechterlijke uitspraak van Antwerpe kooplieden, de molen toegekend aan Willem Galle (1643). De weduwe van Thomas Galle, geboren Suzanne Francken, hertrouwde met Martinus-Frans Despretz, bekwam een kapitale rente van 5.600 guldens op den poedermolen (30 juni 1643). Eenzelfde bedrag was, enkele maanden te voren (23 februari 1643), verpand ten voordeele van de weduwe Coulon, geboren Cornelia van den Eede. In 1660 bedroeg deze schuld nog 3000 guldens, vermeerderd met enige jaren achterstallige interest, en daar er op haar aandringen geen betaling volgde, deed de rentehefster de molen openbaar te koop stellen. Zij zelf bleef koopster voor juffrouw Anna-Klara le Clerck, dochter van Gislijn le Clerck.

Met de Galle's eindigt het vervaardigen van poeder. Juffrouw le Clerck liet de molen in 1667 over aan Willem Mols, schepenvan de stadAntwerpen, die er olie vervaardigde. In 1686 werd de smoutmolen van Mols geschat op een belast­ baar inkomen van 103 guldens. Willem Mols had vijf kinderen. Een dochter, lsabella, was gehuwd met advocaat Frans-Ernest van Ertborn, griffier van de Grote Raad te Mechelen. Een andere dochter Johanna-Margareta trouwde met Frans­ Bruno Salicati, griffier van Deurne en Borgerhout. De jongste dochter Katharina was de vrouw van een naamgenoot van haar vader, Willem Mols. In de annalen van Zaventem is er eveneens sprake van E. H. Bathazar Mols, reguliere kanunnik van de Premonstratenzerabdij van Postel,die in 1670 tot kapelaan van de Vroegmis te Zaventem benoemd werd met een jaarwedde van 100 guldens.

Na de dood van Wi·llem Mols, omstreeks 1715, ontston­den moeilijkheden en onenigheden tussen de erfgenamen, en het erfgoed was herhaalde malen het voorwerp van gerech­telijke aanslagen; zó in 1714, 1715, 1719, 1720 en 1722. Eindelijk nam van Ertborn de zaak over (1722)en verkocht ze op 16 oktober 1764 aan Jan van Langendonck, de toen­malige huurder, die er smout en papier vervaardigde, en tevens een klein landbouwbedrijf uitoefende. Benevens een weide, bezat hij in 1743, 2 1/2 bunder land met 3 koeien en 3 paar­den. In 1762 was de hoeveelheid land gestegen tot 8 bunder.

Op 12 oktober 1772 stond Van Langendonck de molen af aan Jan-Karel Lambrechts,horlogemaker van Zijn Keizer­lijke Hoogheid en deken van het smedenambacht te Antwer­pen. Lambrechts trad niet op uit eigen naam, maar wel uit naam van een vennootschap dat hij gesloten had met zijn stadsgenoten Justus-Jozef de Bisthoven en Godfried-lgnatius de Paeffenrode. Deze vennootschap had tot doel «het fabri­queren van Eyser ende andere ghepermitteerde wercken». Het wilde echter niet vlotten met het driemanschap. Lambrechts had geen geld in de zaak steken en de twee andere vennoten namen elk een helft van den molen voor hun paart. Op 14 april 1774 liet de Bisthoven zijn aandeel over aan de Paeffenrode, die er een papierzaak oprichtte. Deze was in 1786 nog belast met een rente ten voordele van de weduwe Fonton de la Salie en van Karel-Hendrjk-Gislijn Boot, graaf van Vel­tem. We vinden toenmaals de volgende beschrijving: «seke­ren waetermolen genoemt den Ratienmolen met den gronde ende alle de nieuwe Balimeuren tzedert het vercrygh daer op gebouwt wesende alsnu eenen Pampiermolen met alle de Backen Ustancielen ende alles daervan dependerende ».

Uit de Rattenmolen ontwikkelde zich de Naamlooze Vennoot­schap der Papierfabrieken van Zaventem, alover de familie della Faille uit Antwerpen (1791) en De Visser­ Vanhove-Soudain en Co (1830).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Vanouwenhuysen Jean Henri en Cie, fabrikant te Zaventem
- 13.05.1834, deling: De Visser-Van Hove Jozef Willem, fabrikant te Zaventem (notaris Heetveld)
- 14.01.1837, verkoop: a) Carlier Hypolite en b) Dumont Edmondus Henricus, rentenier te Brussel (notaris Verhaegen)
- 05.02.1843, verklaring: Soudain Charles François en Cie, eigenaar te Brussel
- 06.05.1852, verkoop: a) De Coninck Gustave, te Gent, b) Van den Eynde Isidoor, te Zaventem, c) Lammens Charles Eugène, handelaar te Brusselen d) Legrain Jean Martin, industrieel te Kraainem (notaris Bourdain)
- 16.05.1862, verkoop: Van den Eynde-Van Haelen Isidorius, papierfabrikant te Zaventem (notaris Maes)
- 12.02.1880, maatschappij: Naamloze Maatschappij "Papierfabrieken van Zaventem" (notaris Van den Eynde)

In 1883 werd een stoommachine geplaatst, maar minstens tot 1908 werd ook nog van waterkracht gebruik gemaakt om papier te maken. De stoomkracht werd in 1899 verhoogd. Er gebeurden talrijke verbouwingen en vergrotingen: in 1886, 1887, 1894, 1896, 1898, 1904, 1906, 1908). Na 1908 werd louter nog met stoommachines gewerkt.

De deel van de gebouwen van depapierfabriek bestaat maar verkeert in slechte staat.

Frans MAES & Herman HOLEMANS

Belgische Molendatabase | , Zaventem (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Dr. Pierre Goyette

Last Updated:

Views: 6096

Rating: 5 / 5 (50 voted)

Reviews: 89% of readers found this page helpful

Author information

Name: Dr. Pierre Goyette

Birthday: 1998-01-29

Address: Apt. 611 3357 Yong Plain, West Audra, IL 70053

Phone: +5819954278378

Job: Construction Director

Hobby: Embroidery, Creative writing, Shopping, Driving, Stand-up comedy, Coffee roasting, Scrapbooking

Introduction: My name is Dr. Pierre Goyette, I am a enchanting, powerful, jolly, rich, graceful, colorful, zany person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.